Interview

Interview

Op de bundelvoorstelling 'Hoopjes mensen' werd ik geïnterviewd door Jos, het was een verkorte weergave van het volledige interview dat u hier kan nalezen:

JOS: Dag Anke… Hoe ontstaan jouw gedichten en tekeningen? Ligt een gedicht aan de oorsprong van een tekening of is het omgekeerd? Of ontstaan beide los van elkaar en probeer je ze daarna te verbinden?

Ik ben eerst begonnen met veel te schrijven en te tekenen, los van elkaar. Hoewel je dat nooit helemaal los van elkaar kunt koppelen omdat het steeds uit mij voortkomt. Ik schrijf altijd eerst massaal veel gedichten, druk ze allemaal af en maak nadien een eerste selectie, en daar dan weer verdere selecties waarbij ik streng probeer te zijn voor mezelf. Ik had een 500-tal gedichten geschreven en een 200-tal tekeningen gemaakt. Die gedichten heb ik even laten rijpen. De afgelopen jaren ben ik opgenomen geweest met een depressie. Tijdens zo'n opname heb je veel tijd. Het is dan dat ik stapels beginnen maken ben met gedichten die over hetzelfde onderwerp gingen. Ik wist op voorhand dat ik een dichtbundel wou schrijven over verandering en de beïnvloeding van mensen onderling. Toen ik de stapels maakte vielen de puzzelstukken geleidelijk in elkaar. Eigenlijk is het maken van een dichtbundel één grote ingewikkelde puzzel, maar waarbij je veel puzzelstukjes op overschot hebt en waarbij je kan bepalen hoe de puzzel vorm zal krijgen. Een gedichtbundel ontstaat ook bij een eerste idee dat steeds verder rijpt in je hoofd. Wanneer ik met een project bezig ben, ben ik daar vaak maniakaal mee bezig omdat ik in een bepaalde drive zit en het verder af wil werken. Dan zit ik in een soort van flow en zitten alle hoofdstukken en alle personages in mij en dan gaat het grootste gedeelte van mijn tijd daar naartoe. Als ik een roman schrijf, leef ik ook hard mee met de personages en dan word ik soms ook een personage. Ik heb die roes nodig om alles tot een goed einde te kunnen brengen. Het heeft me wel bloed, zweet en tranen gekost, zij het niet letterlijk en vooral zweet dan. Maar het is een heel proces waar ik lang mee bezig ben geweest en het is vooral veel wikken en wegen en kritisch zijn voor jezelf.

Ik had voor mezelf wel een bepaalde volgorde in gedachten en wist hoeveel gedichten er per sectie moesten komen. Ik had de volgorde van de thema's van tevoren vastgelegd en heb daar dan ook quotes bij gezocht. Die quotes heb ik de afgelopen jaren fanatiek gemaakt, ik denk dat ik er een 600 tal gemaakt heb.

De tekeningen waren er al, maar zijn er pas achteraf bijgekomen. Ik wist al heel lang dat ik een bundel wou maken die volledig door mij gemaakt was. Veel tekeningen zijn tot stand gekomen tijdens therapie. Voor de tekeningen heb ik op dezelfde manier gewerkt: ik heb ze eerst allemaal open gelegd, samen met de thema's en ben daarna beginnen selecteren en puzzelen. Tot enkele maanden voor de publicatie van de bundel heb ik nog aan 1 of 2 tekeningen getwijfeld, maar na een tijd, denk je: en nu laat ik het los. Nu is het min of meer af.

Ik ben er wel van overtuigd dat ik de gedichten nu ook alweer anders zou schrijven en dat vind ik zelf wel interessant. Ik denk dat ik een pain in the ass ben voor mezelf. Ik ben bijna nooit tevreden met wat ik aflever omdat ik ervan uit ga dat het altijd of anders beter kan, maar ik denk dat dat me ook alert houdt.

JOS: Wat was het prille begin van Hoopjes Mensen?

Het begin situeerde zich nadat ik ben uitgevallen op het werk. In die periode heb ik zeer veel geschreven omdat het voor mij de enige vorm was om te kunnen bestaan. Schrijven is mijn manier van ademen. En toen kregen we de lock downs en Covid waarbij ik veel tijd kreeg om verder te schrijven. Maar in het begin was er dus nog geen concept voor een bundel. Dat is pas later gegroeid. In het begin schreef ik dagelijks omdat het de enige methode was om me staande te houden. Je zou het gerust een verslaving kunnen noemen.

JOS: Hoe kwam de cover tot stand? 

De cover heb ik getekend tijdens therapie, als afleiding, zonder nadenken met bic. Toen ik de tekening gemaakt had, voelde ik wel: hier wil ik ooit iets mee doen. Dat was een heel vreemd gevoel. De cover gaf op dat moment heel goed weer wat er onderhuids speelde.

JOS: Kun je ons iets meer vertellen over de thematiek van de bundel?

Ik ben de laatste jaren veel bezig geweest met filosofie en psychologie. Mensen interesseren me. De inspiratie komt vooral uit die hoek en uit relaties die in mijn omgeving werden aangegaan. Die relaties fascineren mij: hoe beïnvloeden mensen elkaar. Hoe komen ze tot verandering? Komen mensen sowieso tot verandering? Geeft de verbeelding de werkelijkheid vorm of andersom? Het nature-nature (culture?) debat, de manier waarop mensen hun eigen realiteit maken en hoe deze soms ver af ligt van de ander zijn realiteit. Ook herhaling komt aan bod: hoeveel herhaling hebben mensen nodig om tot een bepaald punt te komen waarbij ze merken 'nu treedt er verandering op'. De thema's die aan bod komen zijn ook des levens en universeel: iedereen valt wel eens, iedereen heeft te maken met verdriet, met liefde en met gemis. Misschien gaat niet iedereen in therapie, maar ik ben er van overtuigd dat een therapeut wel iedereen goed zou kunnen doen. 😊 Om maar te zeggen: Het zijn allemaal thema's die me fel bezighielden en nog steeds bezighouden. Maar alles kan me inspireren: een foto, een moment, een gesprek, een beeld, een geluid, een geur, … Ik heb altijd en overal mijn schrijfboek mee. Ik ben een eeuwige vragensteller.

JOS: Hoe zou je zelf jouw schrijfstijl benoemen?

Als de Anke-stijl. Ik weet niet of ik echt onder een bepaalde stijl val, maar als ik het zou moeten omschrijven, zou ik realistisch met een dromerige rand en meerdere bodems zeggen. Beeldend, verbeeldend, polyinterpretabel, zonder dat het de mensen te veel in een richting wil sturen. Je kunt er vaak niet echt de vinger op leggen omdat wanneer je het goed en wel aanraakt, het toch weer wegglipt. Een gedicht vertrekt meestal van een bepaald soort realiteit waar ik dan in bochten omheen ga. Ik denk wel dat deze bundel meer behapbaarder of begrijpelijker is dan Haar. Ik denk dat ik daar ook in gegroeid ben want we maken allemaal evoluties door. De gedichten in Haar waren doorgaans korter en complexer. Bij 'Haar' kreeg ik veel reacties over gedichten waar mensen telkens iets anders in zagen. Ik vind dat fijn wanneer mensen hun eigen 'waarheid' in een gedicht zien. Niet alles moet verklaard worden.

JOS: Nogal wat gedichten zijn opgedragen aan iemand… Hoe of waarom besluit je een gedicht aan iemand op te dragen?

Er zijn verschillende gedichten geïnspireerd op echte mensen of situaties, waarbij ik wel telkens afwijk van de realiteit en die zelf een invulling tracht te geven. Sommige gedichten werden voor iemand geschreven, als cadeautje of als troost en dan vind ik het mooi om ook de gedichten aan die persoon op te dragen. Sommige mensen zijn ook zo belangrijk in mijn leven en zijn zo essentieel bij de totstandkoming van de bundel dat ik er niet omheen kan en hen wel een plaats moet geven in de bundel. Guy is zo'n voorbeeld, dat is iemand die van levensreddend belang voor mij geweest is. Er werden meerdere gedichten aan hem opgedragen maar er werden een 30-tal gedichten over of rond hem geschreven. Het is dus uiteindelijk maar een kleine selectie die het geschopt heeft tot in de bundel. Soms heb ik namen ook bewust weggelaten omdat het anders misschien te persoonlijk zou worden.

JOS: Waarom zit er zoveel tijd tussen Haar en Hoopjes mensen?

Het was de bedoeling om sneller tot een dichtbundel te komen, maar ik miste tijd. Mijn probleem is dat ik veel interesses heb, en ik richtte vooral mijn focus op mijn kinderen, het volgen van opleidingen, mijn werk, mijn relatie, enz. Dat maakte dat ik wel wat schreef, maar nooit verder kwam tot het verder uitwerken van de gedichten. Ik leefde tegen 200 per uur en hield weinig tijd over om er echt mee bezig te zijn. Het is pas door uit te vallen dat ik terug kwam tot bij wat er echt toe deed en dat het concept van een nieuwe bundel begon te rijpen.

JOS: Hoe komt een gedicht bij jou tot stand?

Een gedicht schrijft zichzelf. Eigenlijk ben ik niet de auteur, maar is het gedicht de auteur. Eens ik begin te schrijven, zit ik in een bepaald soort flow en dringt het gedicht zich aan me op vanuit mijn buikgevoel. Ik ben een snelle schrijver. De essentie staat meestal binnen de vijf minuten op het blad. Ik schrijf nog op the old fashioned way met pen en papier. Ik schrijf uiteraard ook veel rommel, maar ik denk nooit na. Het is mijn onderbewuste dat de gedichten schrijft of het gedicht dat zichzelf schrijft. Het is pas in een later stadium, bij de correcties van de gedichten, dat ik begin na te denken over taalkundige zaken. Staat er een komma teveel, moet er een ander woord in de plaats komen, … Dat proces duurt wel lang, omdat ik gedichten telkens laat rijpen. Ze moeten een zekere maturiteit hebben vooraleer ze aan de buitenwereld kunnen worden getoond. Ik ben ook redelijk streng voor mezelf: ik schrijf heel veel, maar er zijn slechts weinigen goed genoeg worden bevonden en die de selectie halen. Ik zal nooit iets weggooien omdat je nooit weet wat je nog met een bepaalde regel kan doen. Maar in mijn kamer staan een paar duizend gedichten ondertussen die waarschijnlijk nooit het daglicht zullen zien.

JOS: Werk je aan een volgend project?

Ik heb in tussentijd een eerste filosofische roman geschreven 'De therapeut'. De hoofdstukken zijn geschreven, de cover is gemaakt maar hij moet nog herlezen en eventueel aangepast worden. Het is een boek dat de relatie tussen een therapeut en een cliënt weergeeft, het wil een therapeutische setting weergeven (een blik achter de schermen) en handvaten aanreiken. Het was vooral mijn bedoeling om het stigma van de geestelijke gezondheidszorg weg te halen.

Ondertussen ben ik ook bezig aan een nieuwe briefroman rond rouw en werk ik aan een dichtbundel waarin ik verschillende portretten wil schetsen van mensen met een psychische kwetsbaarheid. De synopsis van beide projecten is klaar en ik ben volop bezig met de uitwerking.

JOS: Voilà, ik denk dat we nu toch wel een goed idee hebben gekregen van wat de schrijfster Anke Verleysen drijft, hoe ze te werk gaat, en wat je zoal in Hoopjes Mensen kunt lezen. 

2/12/23


Copyright Anke Verleysen, 2024
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.